380V onderwater-onderwatermixer afvalwaterzuivering Wilo-EMU TRE 312 TRE326-3

Axiële pomp, onderwater, zonder koelsysteem, voor continu gebruik in buizenkamers in de vaste natte putinstallatie.

Pompen van

• Vooraf gereinigd afvalwater zonder uitwerpselen en lange vezels

• Verwerkingswater

• Afvalwater

• Verwerkingswater

• Zware versie van grijs gietijzer

• Verbinding van de hoofdleiding: 380 V, 50 Hz

• Onderwater-operatiemodus: S1

• Beschermingsklasse: IP68

• Maximale vloeistoftemperatuur: 3 - 40°C; hogere temperaturen op aanvraag

• Vrije doorgang van de bal: 85 ¢ 130 mm.

• met een vermogen van niet meer dan 50 W

• Max. onderdompeling diepte: 20 m

• Housingcomponenten: EN-GJL

• Schroeven: roestvrij staal

• Afdichting aan de pompzijde: SiC/SiC

• Afdichting aan motorzijde: SiC/SiC

• Statische pakkingen: NBR

• Schacht: roestvrij staal 1.4021

Axial onderwaterpomp als onderwatermonoblok-eenheid voor vaste natte installaties

Hydraulische apparatuur

De hoek van de schroef/schroefbladen kan met de hand worden ingesteld, waardoor het apparaat kan worden aangepast aan het gebruik onder verschillende omstandigheden.

Motor

Oppervlakkekoelde motoren (T-motoren) geven hun warmte via de behuizingcomponenten rechtstreeks af aan de omringende vloeistof en kunnen in een ondergedompelde toestand worden gebruikt voor continu werk.

Een afdichtingskamer beschermt de motor tegen het binnendringen van vloeistoffen.

Alle gebruikte vulvloeistoffen zijn potentieel biologisch afbreekbaar en milieuvriendelijk.

De kabelinlaat van de T-motoren is longitudinaal waterdicht en de kabellengtes kunnen individueel worden geconfigureerd.

Zeehonden

De afdichting aan de vloeistofzijde en aan de motorzijde is mogelijk in de volgende versies, afhankelijk van het motortype:

• Versie G: twee onafhankelijk werkende mechanische afdichtingen

• Versie K: blokdichtingscartridge met twee onafhankelijk werkende mechanische dichten

• Axiële onderwaterpomp

• Kabellengte op verzoek van de klant

• Accessoires op verzoek van de klant

• Handleiding voor gebruik en onderhoud

• Speciale spanningen

• PTC-thermistorsensor

• Monitoring van interne of externe afdichtingskamers

• Monitoringseenheden voor lekkage en lagertemperatuur

• andere elektrische apparatuur, met een vermogen van niet meer dan 300 W

Gebruik met niet-onderdompelde motor:

Oppervlakkekoelde motoren (T-motoren) mogen alleen niet-onderdompeld worden indien een werkwijze is gespecificeerd voor niet-onderdompelde werking!

Beschermingssysteem voor droogloop:

De hydraulische behuizing dient altijd ondergedompeld te zijn om te voorkomen dat lucht wordt opgenomen.het systeem moet automatisch worden uitgeschakeld zodra de minimale onderdompeling in water is bereikt.